Vertaal
Naar andere talen: • zusagen > ENzusagen > ESzusagen > FR
Vertalingen zusagen DE>NL

I zusagen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʦuːzaːgən]

1) eine Einladung / ein Angebot annehmen - toezeggen
Sie hat (uns ihre Teilnahme) fest zugesagt. - Zij heeft (aan ons haar deelname) vastberaden toegezegd.

2) versprechen, dass man jds Wünschen nachkommt - toezeggen
Der Präsident hat den Opfern schnelle Hilfe zugesagt. - De president heeft toegezegd de slachtoffers snel te helpen.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. sagt jemandem zu


II die Zusage

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʦuːzaːgə]
Verbuigingen:  Zusage , Zusagen

1) deel van de uitdrukking: toezegging
Bislang haben wir für die Feier nur Zusagen erhalten. - Tot nu toe hebben wij voor het feest alleen toezeggingen ontvangen.

2) deel van de uitdrukking: toezegging
Ich habe eine schriftliche Zusage für den Studienplatz bekommen. - Ik heb een schriftelijke toezegging voor de studieplaats gekregen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zusagen (ww.) beloven (ww.) ; toezeggen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zusagen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bürgen für
DE: einstehen für
DE: garantieren
DE: gewährleisten
DE: verbürgen
DE: versichern
DE: versprechen
DE: zusichern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: das sagt mir nicht zu NL: dat bevalt me niet