Vertalingen Werfen DE>NL
werfen
werkw.
Uitspraak: | [ˈvɛrfən] |
Verbuigingen: | wirft , warf , geworfen |
1) etw. (mit einer Bewegung des Arms) durch die Luft fliegen lassen -
gooien Sie hat (den Ball) zwanzig Meter weit geworfen. - Zij heeft (de bal) twintig meter ver gegooid. Pass auf, dass du nichts vom Tisch / zu Boden wirfst. - Let op, dat je niets van de tafel / op de grond gooit. Die Kinder warfen mit Steinen nach dem Hund. - De kinderen gooiden met stenen naar de hond. |
2) deel van de uitdrukking: sich irgendwohin werfen (=sich irgendwohin fallen lassen) - zich laten vallen
sich aufs Sofa / vor ein Auto werfen - zich op de bank laten vallen / voor een auto gooien
|
3) jemanden / etw. irgendwohin bewegen, gelangen lassen -
werpen einen Blick auf jemanden werfen - een blik op iemand werpen neue Produkte auf den Markt werfen - nieuwe producten op de markt gooien jemanden ins Gefängnis / aus dem Haus / von der Schule werfen - iemand in de gevangenis / uit het huis / van school gooien |
4) Junge gebären dierkunde -
werpen Die Katze hat (fünf Kätzchen) geworfen. - De kat heeft (vijf kittens) geworpen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
werfen (ww.) | afzetten (ww.) ; sodemieteren (ww.) ; smijten (ww.) ; slingeren (ww.) ; lazeren (ww.) ; keilen (ww.) ; gooien (ww.) ; ergens loslaten (ww.) ; droppen (ww.) |
das Werfen | de worp (m) ; het werpen ; jongen krijgen (znw.) ; handeling van gooien (znw.) ; de gooi (m) |
Werfen | 't scheluw trekken ; verwringing ; biggen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Werfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abwerfenDE: ballernDE: Jungen werfenDE: pfeffernDE: schleudernDE: schmeißenDE: schmetternDE: WurfUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
werfen
NL: zich werpen NL: kromtrekken (van hout)DE: sich in die Brust
werfen
NL: een hoge borst opzettenDE: sich in den Wagen
werfen
NL: in de wagen springen