Vertalingen Schleudern DE>NL
schleudern
werkw.
1) mit Schwung durch die Luft fliegen lassen -
gooien einen Stein ins Wasser schleudern - een steen in het water gooien Er wurde bei dem Unfall aus dem Auto geschleudert. - Hij wordt bij het ongeval uit de auto geslingerd. |
2) abwechselnd nach links und rechts wegrutschen -
slingeren Das Auto schleuderte gegen die Leitplanke. - De auto werd tegen de vangrail gesmakt. Das Fahrzeug kam auf der nassen Fahrbahn ins Schleudern. - De auto raakte op het natte wegdek in de slip. Schleudergefahr - slipgevaar |
ins Schleudern geraten / kommen (=verwirrt, unsicher werden) - van zijn stuk raken
|
jemanden ins Schleudern bringen (=jemanden verunsichern, verwirren) - iemand aan twijfelen brengen
|
3) durch sehr schnelles Drehen vom Wasser befreien -
centrifugeren Die Maschine ist gleich fertig, sie schleudert schon. - De machine is bijna klaar, ze staat al te centrifugeren. Schleudergang - het centrifugeren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schleudern (ww.) | naar beneden werpen (ww.) ; wiegen (ww.) ; wiebelen (ww.) ; werpen (ww.) ; wegglippen (ww.) ; slingeren (ww.) ; schommelen (ww.) ; ophangen (ww.) ; onweren (ww.) ; omlaag werpen (ww.) ; neerwerpen (ww.) ; heen en weer zwaaien (ww.) ; golven (ww.) ; glippen (ww.) ; floepen (ww.) ; donderen (ww.) ; deinen (ww.) ; centrifugeren (ww.) |
Schleudern | centrifugatie ; doorslaan van de wielen ; doorslaan |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schleudern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abwerfenDE: ausgleitenDE: ausrutschenDE: ballernDE: baumelnDE: blitzenDE: donnernDE: fallenDE: flatternDE: geifernUitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas in die Ecke
schleudern
NL: iets in de hoek smijtenDE: ins Schleudern geraten
NL: beginnen te slippen