Vertalingen pfeffern DE>NL
pfeffern
werkw.
1) mit Pfeffer würzen -
met peper kruiden ein Gericht salzen und pfeffern - een gerecht met zout en peper kruiden |
2) schwungvoll werfen -
sierlijk zwieren Sie pfefferte ihren Schulranzen in die Ecke und lief in die Küche. - Zij zwierde haar schooltas in de hoek en liep naar de keuken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pfeffern (ww.) | keilen (ww.) |
pfeffern | flikkeren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pfeffern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: werfenUitdrukkingen en gezegdes
DE: gepfeffert
NL: gepeperd, peperduur