Vertalingen wackelig DE>NL
wackelig | rank ; zwak ; wiebelig ; wiebelend ; wankelmoedig ; wankelend ; wankelbaar ; wankel ; waggelend ; twijfelmoedig ; schommelend ; fluctuerend ; onvast ; onstandvastig ; los ; labiel ; krakkemikkig ; heen en weer bewegend ; halfslachtig ; geestelijk onstabiel ; gammel |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `wackelig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: baufälligDE: brechbarDE: brüchigDE: empfindlichDE: empfindsamDE: feinDE: flatterhaftDE: flauDE: gebrechlichDE: grundlos