Vertaal
Naar andere talen: • vorgeben > ENvorgeben > ESvorgeben > FR
Vertalingen vorgeben DE>NL

vorgeben

werkw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐgeːbən]

1) deel van de uitdrukking: vastleggen
Die Bearbeitungszeit ist vorgegeben. - De bewerkingstijd ligt vast.
Der Dirigent gibt den Takt vor. - De dirigent geeft de maat aan.
innerhalb des vorgegebenen gesetzlichen Rahmens bleiben - binnen de vastgestelde wettelijke bepalingen blijven

2) etw. zum Vorwand nehmen - voorwenden
Um nicht mitkommen zu müssen, gab er vor, krank zu sein. - Opdat hij niet mee zou moeten wendde hij een ziekte voor.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vorgeben (ww.) doen alsof (ww.) ; fingeren (ww.) ; iemand begunstigen (ww.) ; simuleren (ww.) ; veinzen (ww.) ; voorin schuiven (ww.) ; voorschuiven (ww.) ; voorspiegelen (ww.) ; voortrekken (ww.) ; voorwenden (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `vorgeben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: erdichten
DE: erfinden
DE: heucheln
DE: jemand begunstigen
DE: sich verstellen
DE: sichverstellen
DE: simulieren
DE: so tun als ob
DE: spielen
DE: vormachen