Vertaal
Naar andere talen: • verlängern > ENverlängern > ESverlängern > FR
Vertalingen verlängern DE>NL

I verlängern

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈlɛŋɐn]

1) länger gelten / dauern lassen - verlengen
Ich muss meinen Pass verlängern lassen. - Ik moet mijn paspoort laten verlengen.
Können wir den Urlaub nicht um ein paar Tage verlängern? - Zouden we de vakantie niet met een paar dagen kunnen verlengen?

2) länger Gültigkeit haben oder dauern - verlengen
Das Abonnement verlängert sich automatisch um ein Jahr, wenn es nicht rechtzeitig gekündigt wird. - Het abonnement wordt automatisch met één jaar verlengd indien deze niet tijdig wordt stopgezet.

3) verdünnen, um die Menge zu erhöhen - aanlengen


II die Verlängerung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈlɛŋəŋ]
Verbuigingen:  Verlängerung , Verlängerungen

1) deel van de uitdrukking: verlenging
eine Verlängerung der Anmeldefrist - een verlening van de aanmeldingsperiode

2) zusätzliche Spielzeit, wenn ein entscheidendes Fußballspiel unentscheiden endet sport - verlenging
in der Verlängerung ein Tor schießen - een doelpunt scoren in de verlening

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verlängern (ww.) aanlengen (ww.) ; duur verlengen (ww.) ; prolongeren (ww.) ; uitrekken (ww.) ; verdunnen (ww.) ; verlengen (ww.) ; versnijden (ww.) ; verwateren (ww.)
verlängern vernieuwen
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `verlängern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: länger machen
DE: prolongieren