Vertalingen fertig DE>NL
fertig
bijv.naamw.
1) in einem Zustand, in dem jemand sofort aktiv werden kann -
klaar Ich bin fertig, wir können gehen. - Ik ben klaar, we kunnen gaan. die Kinder für die Schule fertig machen - de kinderen klaar maken voor school reisefertig sein - gereed om te vertrekken versandfertige Ware - klaar voor verzending |
2) vollständig gemacht, hergestellt -
klaar Der Kuchen muss jeden Moment fertig sein. - De taart kan elk moment klaar zijn. Im fertigen Film kam die Szene nicht vor. - In de uiteindelijke film komt die scene niet voor. |
(mit etw.) fertig sein / werden (=) - klaar zijn
Wirst du mit den Hausaufgaben vor dem Essen fertig? - Heb je het huiswerk af voor het eten?
|
(etw.) fertig machen / lesen / schreiben / ... (=) - iets afmaken
Ich muss nur noch schnell fertig essen. - Ik moet alleen nog snel eten.
|
3) völlig erschöpft oder verzweifelt, traurig o. Ä. -
klaar zijn Nach der Radtour / Scheidung war ich total fertig. - Na de fietstocht / scheiding was ik er helemaal klaar mee. |
4) deel van de uitdrukking: mit jemandem fertig sein (=keinen Kontakt mehr mit jemandem haben wollen) - klaar zijn
Verschwinde, ich bin fertig mit dir! - Verdwijn, ik ben klaar me jou!
|
mit jemandem fertig werden (=sich jemandem gegenüber durchsetzen) - klaar zijn met iemand
Ich hab keine Angst vor ihm, mit dem werde ich schon fertig! - Ik ben niet bang voor hem ik krijg hem wel!
|
mit etw. fertig werden (=etw. psychisch bewältigen) - iets psychisch verwerken
Ich werde einfach nicht damit fertig, dass er mich so lange betrogen hat. - Ik kan het maar niet verwerken dat hij mij zo lang heeft bedrogen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fertig | gedaan ; voorbij ; voltooid ; volbracht ; uitgeteld ; uit ; paraat ; over ; op ; klaar ; hondsmoe ; gereed ; gepleegd ; gekookt ; geëindigd ; gaar ; doorgekookt ; doodop ; doodmoe ; dodelijk vermoeid ; beëindigd ; afgemat ; afgelopen ; afgedaan ; af ; bereid ; op dronk ; nietszeggend ; drinkrijp |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fertig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abgemattetDE: abgespanntDE: am EndeDE: ausDE: beendetDE: bereitDE: einsatzbereitDE: erledigtDE: ermattetDE: ermüdetUitdrukkingen en gezegdes
DE: fix und
fertig
NL: kant en klaarDE: der ist
fertig!
NL: die is er geweest!, die heeft niets meer in te brengen!DE: mit dem bin ich
fertig
NL: met hem wil ik niets meer te maken hebbenDE: da bin ich doch
fertig !
NL: daar sta ik van te kijken!DE: fertig werden
NL: klaarkomen