Vertalingen verhören DE>NL
I verhören
werkw.
1) zu einem Fall befragen -
verhoren Der Angeklagte wurde stundenlang verhört. - De aangeklaagde werd urenlang verhoord. |
2) die Worte falsch verstehen, die man hört -
verkeerd verstaan Habe ich mich gerade verhört oder heißt er tatsächlich „Pinkelmann‟? - Heb ik het zojuist verkeerd verstaan of heet hij echt "Pinkelmann"? |
II das Verhör
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈhøːɐ] |
Verbuigingen: | Verhör(e)s , Verhöre |
deel van de uitdrukking: verhoor ein polizeiliches Verhör - een politieverhoor einen Zeugen ins Kreuzverhör nehmen - een getuigen een kruisverhoor afnemen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verhören (ww.) | interrogeren (ww.) ; ondervragen (ww.) ; overhoren (ww.) ; uithoren (ww.) ; uitvragen (ww.) ; verhoren (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `verhören`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausfragenDE: aushorchenDE: ausquetschenDE: einem Kreuzverhör unterziehenDE: hörenDE: interviewenDE: vernehmenDE: wahrnehmenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
verhören
NL: verkeerd horen