Vertaal
Naar andere talen: • vergraulen > ENvergraulen > ESvergraulen > FR
Vertalingen vergraulen DE>NL
vergraulen (ww.) etteren (ww.) ; griepen (ww.) ; klieren (ww.) ; wegpesten (ww.) ; zeiken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vergraulen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: eitern
DE: faseln
DE: flennen
DE: foppen
DE: greinen
DE: jammern
DE: klagen
DE: klonen
DE: leinern
DE: quaken