Vertaal
Naar andere talen: • unwohl > ENunwohl > ESunwohl > FR
Vertalingen unwohl DE>NL

unwohl

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊnvoːl]

deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemandem ist unwohl / jemand fühlt sich unwohl

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unwohl (bnw.) ongemakkelijk (bnw.)
unwohl aan een ziekte lijdend ; menstruerend ; niet lekker ; niet smakelijk ; ongesteld ; ziek ; ambetant ; onwel
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `unwohl`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: benommen
DE: dumpf
DE: elend
DE: krank
DE: luftkrank
DE: menstruierend
DE: mies
DE: schlecht
DE: schwindelig
DE: schwindlig