1. MWB
  2. Vertalen
  3. unordentlich (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • unordentlich > EN • unordentlich > ES • unordentlich > FR
Vertalingen unordentlich DE>NL

I unordentlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊn|ɔrdəntlɪç]

1) keine Ordnung haltend - slordig
Mein Sohn ist so unordentlich! - Mijn zoon is zo slordig!

2) nicht aufgeräumt - slordig
Bei uns ist es oft schrecklich unordentlich. - Bij ons is het vaak verschrikkelijk rommelig.


II unordentlich

bijwoord

deel van de uitdrukking: slordig
Alles lag unordentlich herum. - Alles lag slordig door elkaar.


III die Unordnung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊn|ɔrdnʊŋ]
Verbuigingen:  Unordnung

deel van de uitdrukking: chaos
In deinem Zimmer herrscht ja totale Unordnung! - In jouw kamer is het een totale chaos!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unordentlich onopgeruimd ; wanordelijk ; vunzig ; voddig ; viezig ; verwilderd ; slordig ; slonzig ; slodderig ; slobberig ; rommelig ; ranzig ; ordeloos ; onordelijk ; asociaal ; onmaatschappelijk ; ongesystematiseerd ; ongeregeld ; ongeorganiseerd ; ongeordend ; morsig ; haveloos ; flodderig ; dooreen ; door elkaar ; chaotisch ; bandeloos
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `unordentlich`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: asozial
DE: chaotisch
DE: Durcheinander
DE: kunterbunt
DE: nicht organisiert
DE: schlampig
DE: schlottrig
DE: schmierig
DE: schmutzig
DE: sorglos