Vertalingen Brot DE>NL
das Brot
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [broːt] |
Verbuigingen: | Brot(e)s , Brote |
1) größeres Gebäck aus Mehl, Wasser und Salz -
brood ein Laib Brot - een groot rond brood ein Brot in Scheiben schneiden - een brood in sneetjes snijden |
2) eine Scheibe Brot -
boterham den Kindern Brote schmieren - een boterham voor de kinderen smeren |
ein belegtes Brot (=Brotscheibe(n) mit Käse, Wurst o. Ä.) - een boterham met beleg
|
3) das, was man zum Leben braucht -
belegde boterham Er verdient sein Brot als Kellner. - Hij verdient zijn brood als kelner. |
etw. ist ein hartes / schweres Brot (=etw. ist eine harte Arbeit) - een zuur verdiende boterham
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Brot | de brood ; de mik (m) |
Brot | blok ; brood |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Brot`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: belegtes BrotDE: belegtes ButterbrotDE: BrötchenDE: ButterbrotDE: SandwichDE: SemmelDE: Stangenbrot