Vertalingen unnötig DE>NL
I unnötig
bijv.naamw.
1) zum Erreichen eines Zieles nicht notwendig -
onnodig | unnötigen Aufwand betreiben - onnodige luxe vertonen |
2) so, dass es leicht möglich gewesen wäre, etw. zu verhindern / vermeiden -
onnodig | Diese Fehler waren völlig unnötig. - Deze fouten waren totaal onnodig. |
II unnötig
bijwoord
deel van de uitdrukking: onnodig sich unnötig aufregen - zich onnodig opwinden
unnötig viel reden - onnodig veel praten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| unnötig | nodeloos ; onnodig ; overbodig |
Bron: TruetermVoorbeeldzinnen met `unnötig`
Voorbeeldzinnen laden....
