Vertalingen träge DE>NL
I träge
bijv.naamw.
nicht gern aktiv und nur langsam reagierend -
traag Nun sei nicht so träge und hilf mir mal. - Doe eens niet zo sloom en help mij eens. ein geistig träger Mensch - een geestelijk langzaam persoon |
II träge
bijwoord
deel van de uitdrukking: traag Der Hund lag träge in der Sonne herum. - De hond lag luierde lui in de zon. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
träge | loom ; weifelend ; vadsig ; treuzelend ; treuzelachtig ; traag ; talmend ; sloom ; slepend ; slap ; mat ; mank ; lusteloos ; aarzelend ; log ; lijzig ; leuterig ; langzaam ; lam ; laks ; kreupel ; gezapig ; futloos ; dralend ; bezadigd ; besluitloos |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `träge`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: apathischDE: bequemDE: energielosDE: faulDE: kraftlosDE: langsamDE: laschDE: passivDE: phlegmatischDE: schwerfällig