Vertalingen Treten DE>NL
treten
werkw.
1) einen oder mehrere Schritte irgendwohin machen -
lopen Er trat ans Fenster und sah hinaus. - Hij liep naar het raam en keek naar buiten. Bitte treten Sie zur Seite. - Gaat u alstublieft aan de kant. |
2) den Fuß irgendwohin setzen -
trappen Ich bin auf eine Glasscherbe / in eine Pfütze getreten. - Ik ben in een glasscherf / in een grap getrapt. Tritt nicht auf die Blumen! - Trap niet op de bloemen! |
3) einen Stoß mit dem Fuß geben -
trappen jemandem gegen das Schienbein / auf den Fuß treten - iemand tegen het scheenbeen / op de voet trappen Das Pferd hat mich getreten. - Het paard heeft me getrapt. |
nach jemandem / etw. treten (=versuchen, mit dem Fuß zu treffen) - naar iemand / iets trappen
|
4) mit dem Fuß drücken und dadurch bedienen -
trappen die Kupplung treten - de koppeling intrappen Erschrocken trat er auf die Bremse. - Geschrokken trapte hij op de rem. |
5) deel van de uitdrukking: etw. kaputt / platt / ... treten (=etw. durch Tritte in eine bestimmte Form bringen) - iets kapot / plat / ... trappen
Schuhe mit schief getretenen Absätzen - Schoenen met schuin afgesleten hakken.
|
6) deel van de uitdrukking: sich etw. in den Fuß treten (=den Fuß verletzen, indem man auf etw. tritt) - met de voet ergens intrappen
Ich habe mir einen Dorn in den Fuß getreten. - Ik ben met mijn voet in een doorn gaan staan.
|
7) etw. beginnen -
iets beginnen mit jemandem in Verhandlungen / in Kontakt treten - met iemand onderhandelingen beginnen / in contact treden in Aktion / Streik treten - actie voeren / gaan staken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
treten (ww.) | betreden (ww.) ; schoppen (ww.) ; stappen (ww.) ; trappen (ww.) ; trappen geven (ww.) ; treden (ww.) |
Treten | treden |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Treten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausschlagenDE: einen Fußtritt versetzenDE: einen Tritt gebenDE: einen Tritt versetzenDE: hauenDE: stoßenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einer Sache näher
treten
NL: iets nader bekijken, onder ogen zienDE: einem näher
treten
NL: in nauwere betrekking tot iemand komenDE: in Kraft
treten
NL: in werking tredenDE: in den Ausstand, in den Streik
treten
NL: in staking gaanDE: in Erscheinung
treten
NL: z. openbaren, aan het licht komenDE: vor den Spiegel, unter einen Baum
treten
NL: voor de spiegel, onder een boom gaan staanDE: das Pflaster
treten
NL: langs de straat slenterenDE: einen
treten
NL: (ook) iemand dringend manen, aansporenDE: kürzer
treten
NL: de pas inhouden NL: (figuurlijk) zich beperkenDE: auf der Stelle
treten
NL: de pas markeren