Vertaal
Naar andere talen: • teilnehmen > ENteilnehmen > ESteilnehmen > FR
Vertalingen teilnehmen DE>NL

I teilnehmen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtailneːmən]

dabei sein, sich an etw. beteiligen - deelnemen
Ich nehme selten an Preisausschreiben teil. - Ik doe zelden mee aan prijsvragen.
Mein Sohn konnte wegen Krankheit nicht am Unterricht teilnehmen. - Mijn zoon kan niet aan het onderwijs deelnemen vanwege ziekte.


IIa der Teilnehmer

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈtailneːmɐ]
Verbuigingen:  Teilnehmers , Teilnehmer

IIb die Teilnehmerin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈtailneːmərɪn]
Verbuigingen:  Teilnehmerin , Teilnehmerinnen

deel van de uitdrukking: deelnemer
Die Teilnehmer des Fotoseminars waren begeistert. - De deelnemers aan de fotoworkshop waren enthousiast.
Tragen Sie sich bitte in die Teilnehmerliste ein. - Vult u alstublieft de deelnamelijst in.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
teilnehmen (ww.) deel hebben aan (ww.) ; deelnemen (ww.) ; meedoen (ww.) ; meespelen (ww.) ; participeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `teilnehmen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beteiligt sein
DE: miterleben
DE: mitmachen
DE: mitspielen
DE: partizipieren
DE: sich beteiligen
DE: teilhaben
DE: teilhaben an