Vertaal
Naar andere talen: • mitspielen > ENmitspielen > ESmitspielen > FR
Vertalingen mitspielen DE>NL

mitspielen

werkw.
Uitspraak:  [ˈmɪtʃpiːlən]

1) zusammen mit anderen spielen - meespelen
Die anderen Kinder lassen ihn nicht mitspielen. - De andere kinderen laten hem niet meespelen.

2) zusammen mit anderen auftreten - meespelen
in einem Film, in einer Band mitspielen - in een film, in een band meespelen

3) etw. auf eine bestimmte Weise mit beeinflussen - meespelen
Bei dieser Entscheidung haben verschiedenste Überlegungen mitgespielt. - Bij deze beslissing hebben verscheidene overwegingen meegespeeld.

4) etw. nicht verhindern - toestaan
Wenn das Wetter mitspielt, machen wir morgen einen Ausflug. - We maken morgen een uitstapje als het weer meewerkt.
Ich will mit Freunden verreisen, aber da spielen meine Eltern nicht mit. - Ik wil met vrienden op vakantie gaan maar mijn ouders werken niet mee.

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemandem übel / grausam / ... mitspielen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mitspielen (ww.) deel hebben aan (ww.) ; meedoen (ww.) ; meespelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `mitspielen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: mitmachen
DE: mittun
DE: teilnehmen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem schlimm mitspielen NL: iemand lelijk te pakken nemen