1. MWB
  2. Vertalen
  3. Säubern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Säubern > EN • Säubern > ES • Säubern > FR
Vertalingen Säubern DE>NL

säubern

werkw.
Uitspraak:  [ˈzɔybɐn]

1) Schmutz entfernen - schoonmaken
eine Wunde säubern - een wond schoonmaken
das Sofa von Katzenhaaren säubern - de bank van de kattenharen ontdoen
Wasser in der Kläranlage säubern - water schoonmaken in de reinigingsinstallatie

2) Unerwünschtes entfernen - schoonmaken
Schulbücher von rassistischem Gedankengut säubern - schoolboeken ontdoen van racistische opvattingen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
säubern (ww.) klaren (ww.) ; kuisen (Vlaams) ; louteren (ww.) ; reinigen (ww.) ; schoonborstelen (ww.) ; schoonpoetsen (ww.) ; schoonvegen (ww.) ; schoonwassen (ww.) ; zuiveren (ww.)
das Säubernde zuivering (v)
säubern schoonmaken ; spoelen van de vaten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Säubern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abwischen
DE: aufpolieren
DE: aufwaschen
DE: bohnern
DE: die Wäsche waschen
DE: klären
DE: läutern
DE: polieren
DE: putzen
DE: rein machen