Vertaal
Naar andere talen: • streunen > ENstreunen > ESstreunen > FR
Vertalingen streunen DE>NL

streunen

werkw.
Uitspraak:  ʃtrɔynən]

ziellos herumlaufen - struinen
Der Junge streunte durch die Straßen der Vorstadt. - De jonge struint door de straten van de voorstad.
Streunende Hunde werden erschossen. - Zwerfhonden worden dood geschoten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
streunen (ww.) flaneren (ww.) ; omzwerven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `streunen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: flanieren
DE: herumirren
DE: herumreisen
DE: herumschlendern
DE: herumspazieren
DE: herumstreifen
DE: herumstreunen
DE: herumwandeln
DE: irren
DE: paradieren