Vertalingen herumstreunen DE>NL
herumstreunen (ww.) | aan de zwerf zijn (ww.) ; om zich heen kijken (ww.) ; ronddolen (ww.) ; rondkijken (ww.) ; rondneuzen (ww.) ; rondscharrelen (ww.) ; rondsnuffelen (ww.) ; rondzwerven (ww.) ; struinen (ww.) ; zwerven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `herumstreunen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: herumstreifenDE: schweifenDE: sich umschauenDE: sich umsehenDE: streifenDE: streunenDE: umherblicken