Vertalingen strapazieren DE>NL
strapazieren
werkw.
Uitspraak: | [ʃtrapaˈʦiːrən] |
stark beanspruchen, belasten -
veel vergen jds Geduld / Nerven strapazieren - veel vergen van iemand zijn geduld / zenuwen Seine forsche Fahrweise strapaziert die Bremsen. - Zijn stevige rijstijl vergt veel van de remmen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
strapazieren (ww.) | veelvuldig gebruiken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `strapazieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anstrengenDE: ermüdenDE: erschöpfenUitdrukkingen en gezegdes
DE: strapaziert
NL: (ook) afgezaagd (van uitdrukking, lied)