Vertalingen Stadt DE>NL
die Stadt
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃtat] |
Verbuigingen: | Stadt , Städte |
1) größere, abgegrenzte Siedlung mit eigener Verwaltung -
stad vom Land in die Stadt ziehen - van het platteland naar de stad trekken Berlin ist zugleich Deutschlands Hauptstadt und größte Stadt. - Berlijn is de hoofdstad en tegelijkertijd de grootste stad van Duitsland. Stadtviertel - stadsdeel |
2) das Zentrum einer Stadt -
centrum Ich muss noch in die Stadt, ein paar Besorgungen machen. - Ik moet in het centrum nog wat gaan bezorgen. |
3) die Behörden einer Stadt -
personeel van een gemeente bei der Stadt arbeiten - bij de gemeente werkzaam zijn |
4) die Bewohner einer Stadt -
inwoner Die ganze Stadt ist in Aufruhr. - Alle inwoners zijn in opstand. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Stadt | de gemeente (v) ; de nederzetting (v) ; de stad (v) |
Stadt | republiekstad ; stad ; stadsdistrict ; stedelijke gemeente |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Stadt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Gemeinde