1. MWB
  2. Vertalen
  3. Sockel (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Sockel > EN • Sockel > ES • Sockel > FR
Vertalingen Sockel DE>NL

der Sockel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈzɔkəl]
Verbuigingen:  Sockels , Sockel

1) größerer Block aus Stein, auf dem etw. steht - sokkel
die alten Vorbilder vom Sockel holen / stürzen - de oude idealen van de sokkel halen / werpen

2) unterer Teil eines Hauses, Möbelstücks usw. - sokkel

3) fester Mindestbetrag, zu dem andere Beträge hinzukommen - vast minimaal bedrag
Zum Sockellohn kommen noch diverse Zulagen und Provisionen. - Bovenop het vaste minimale loon nog diverse toeslagen en provisies krijgen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Sockelhet voetstuk ; de sokkel ; de driepoot (m)
Sockel pijleraanzet ; versnijding ; substratum ; stopcontact ; stekerbuis ; sokkel ; regelkonsole ; raam ; plint van gebouw ; plint ; achterstuk ; onderlegplaat ; onderkast ; neut ; lampvoet ; kneep ; huls ; houder ; contactdoos ; buisvoet ; blok ; basis
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen


Voorbeeldzinnen met `Sockel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Auflager
DE: Bock
DE: Gestell
DE: Mauerstrebe
DE: Pfeiler
DE: Piedestal
DE: Postament
DE: Stativ
DE: Strebe
DE: Strebebalken