1. MWB
  2. Vertalen
  3. schier (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schier > EN • schier > ES • schier > FR
Vertalingen schier DE>NL

I schier

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃiːɐ]

1) rein - zuiver , puur
aus schierer Verzweiflung - uit pure wanhoop

2) nichts weiter als - puur
Für uns geht es um die schiere Existenz. - Ons gaat het om het pure bestaan.
Schon ihre schiere Zahl ist beeindruckend. - Alleen haar zuivere getal is al indrukwekkend.


II schier

bijwoord

deel van de uitdrukking: bijna
Das ist schier unmöglich. - Dat is bijna onmogelijk.
eine schier endlose Menge an Daten - een bijna eindeloze hoeveelheid gegevens

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schier bijna ; gewoonweg ; haast ; klinkklaar ; nagenoeg ; rechttoe ; schier ; welhaast ; alleen ; louter
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `schier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: alsbald
DE: auf der Stelle
DE: bar
DE: direkt
DE: einfach
DE: glatt
DE: nah genug
DE: pur
DE: rein
DE: sauber

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: schieres Fleisch NL: vlees zonder vet en benen