Vertaal
Naar andere talen: • pur > ENpur > ESpur > FR
Vertalingen pur DE>NL

pur

bijv.naamw.
Uitspraak:  [puːɐ]

1) unvermischt - puur
eine Uhr aus purem Gold. - een horloge van puur goud

2) ohne Wasser oder Eis - puur
Einen Whisky pur, bitte. - Een pure whisky alstublieft.
Trinkst du den Saft pur oder mit Wasser? - Drink je het sap puur of met water?

3) nicht anderes als - puur
Er hat das aus purer Bosheit gesagt. - Hij heeft dat uit pure woede gezegd.
Das war purer Zufall. - Dat was puur toeval.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pur puur ; onverbloemd ; onverholen ; onvermengd ; onversneden ; onvervalst ; open ; openlijk ; oprecht ; pure ; onomwonden ; rechtschapen ; rechttoe ; rechttoe rechtaan ; regelrecht ; ronduit ; virginaal ; zedig gemaakt ; zuiver ; zuivere ; ongerept ; cru ; echt ; eerlijk ; gaaf ; gekuist ; gereinigd ; gewoonweg ; klinkklaar ; maagdelijk ; netjes ; onaangeraakt
PUR (Afkorting) PUR (Afkorting) ; polyurethaan
Pur charsa ; rein ; puur ; purus ; pur
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `pur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufrichtig
DE: bar
DE: echt
DE: ehrlich
DE: einfach
DE: fair
DE: fehlerfrei
DE: fein
DE: freigegeben
DE: ganz