Vertalingen schick DE>NL
I schick
bijv.naamw.
1) modisch und elegant -
chic 2) dem aktuellen, gehobenen Geschmack entsprechend -
trend Japanisches Essen gilt gerade als schick. - Japans eten is momenteel heel in. |
II schick
bijwoord
deel van de uitdrukking: trend schick gekleidet sein - trendy gekleed gaan |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Schick | de finesse (v) ; de etiquette ; elegance (znw.) |
Schick | hooggeplaatst ; hip ; illuster ; knap ; mieters ; modieus ; mooi ; schitterend ; sierlijk ; smaakvol ; snel ; stijlvol ; tof ; trendy ; uitnodigend ; verfijnd ; verheven ; verleidelijk ; vlot ; voornaam ; welgevallig ; gracieus ; aangekleed ; aanlokkelijk (bnw.) ; aantrekkelijk ; aanzienlijk ; adelijk ; attractief ; bekoorlijk ; beroemd ; chic ; doorluchtig ; elegant ; esthetisch ; flitsend ; fraai ; gaaf ; gedistingeerd ; gekleed ; geraffineerd ; gewichtig ; goed ogend ; leuk ; nuttig |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `schick`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: angenehmDE: angezogenDE: anmutigDE: ansehnlichDE: AnstandDE: AnstandslehreDE: anziehendDE: attraktivDE: distinguiertDE: dufteUitdrukkingen en gezegdes
DE: außer
Schick
NL: uit zijn fatsoen