Vertalingen schachern DE>NL
schachern (ww.) | beknibbelen (ww.) ; graaien (ww.) ; grabbelen (ww.) ; knibbelen (ww.) ; knijpen (ww.) ; schrapen (ww.) ; snuffelen (ww.) |
das Schachern | afpingelarij (znw.) ; de knibbelarij (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schachern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhandelnDE: feilschenDE: grabbelnDE: grapschenDE: grapsenDE: herumkramenDE: knabbernDE: knausernDE: kramenDE: zwacken