Vertaal
Naar andere talen: • sabotieren > ENsabotieren > ESsabotieren > FR
Vertalingen sabotieren DE>NL
sabotieren (ww.) breken (ww.) ; doen mislukken (ww.) ; een stokje steken voor (ww.) ; met opzet kapotmaken (ww.) ; saboteren (ww.) ; verhinderen (ww.) ; verijdelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `sabotieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: durchkreuzen
DE: entgegenarbeiten
DE: entgegenwirken
DE: hemmen
DE: hindern
DE: hintertreiben
DE: konterkarieren
DE: Steine in den Weg legen
DE: vereiteln
DE: zerbrechen