Vertaal
Naar andere talen: • hindern > ENhindern > EShindern > FR
Vertalingen hindern DE>NL

hindern

werkw.
Uitspraak:  [ˈhɪndɐn]

deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden an etw. hindern
uitdrukking jemanden daran hindern, etw. zu tun

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hindern (ww.) hinderen (ww.) ; vertragen (ww.) ; vertoornen (ww.) ; verstoren (ww.) ; verijdelen (ww.) ; verhinderen (ww.) ; storen (ww.) ; remmen (ww.) ; onmogelijk maken (ww.) ; onderbreken (ww.) ; kleinzielig gedragen (ww.) ; in de weg staan (ww.) ; impediëren (ww.) ; ervanaf houden (ww.) ; een stokje steken voor (ww.) ; doen ophouden (ww.) ; doen mislukken (ww.) ; chicaneren (ww.) ; beletten (ww.) ; afbreken (ww.)
das Hindernhet afhouden ; het weerhouden ; het beperken ; het beletten ; het belemmeren
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `hindern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abhalten
DE: ablenken
DE: aufhalten
DE: beeinträchtigen
DE: behindern
DE: belästigen
DE: blockieren
DE: entgegenarbeiten
DE: entgegenwirken
DE: erschweren