1. MWB
  2. Vertalen
  3. schrecken (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schrecken > EN • schrecken > ES • schrecken > FR
Vertalingen schrecken DE>NL

I schrecken

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃrɛkən]

1) jemandem Angst machen - schrikken
Deine Drohungen schrecken mich nicht! - Zijn dreigementen schrikken mij niet af!

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden aus dem Schlaf schrecken


II schrecken

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃrɛkən]

deel van de uitdrukking:
uitdrukking aus den Gedanken / dem Schlaf / den Träumen schrecken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schrecken (ww.) bang (ww.) ; beangstigen (ww.) ; maken (ww.)
Schrecken (mv.) verschrikkingen (mv.)
der Schreckende angsten ; de gruwel (m) ; gruwels (znw.) ; iets wat afschuw opwekt (znw.) ; de ontsteltenis (v) ; de paniek (v) ; de schrik ; de schrikbeelden ; verfoeilijkheid (znw.) ; de verschrikking (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `schrecken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abscheu
DE: Angst
DE: Greuel
DE: Panik
DE: Schaurigkeit
DE: Schreckbilder
DE: Schrecknis
DE: Verabscheuung
DE: Widerwille
DE: Ängste