Vertalingen reichlich DE>NL
I reichlich
bijv.naamw.
1) mehr als ausreichend -
rijkelijk Er bekam reichlichen Applaus. - Hij kreeg een overvloedig applaus. |
2) deel van de uitdrukking: tamelijk Sie hat einen reichlichen Wirbel deswegen veranstaltet. - Zij heeft om die reden tamelijk wat opschudding veroorzaakt. |
II reichlich
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: veel Ich habe reichlich Geld dabei. - Ik heb veel geld bij me. Wir hatten reichlich zu tun. - Wij hadden veel te doen. |
2) deel van de uitdrukking: veel Ich finde das reichlich übertrieben. - Ik vind dat veel te overdreven. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
reichlich | onbekrompen ; uitvoerig ; uitgewerkt ; uitgebreid ; scheutig ; ruimschoots ; royaal ; rijkelijk (bnw.) ; overvloedig ; omstandig ; in details ; copieus ; breedvoerig ; ampel ; abondant ; volop ; ruim ; rijkelijk voorhanden |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `reichlich`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufwendigDE: ausgedehntDE: ausreichendDE: breitDE: detailliertDE: dickDE: eingehendDE: exorbitantDE: extensivDE: exzessivUitdrukkingen en gezegdes
DE: reichlich langweilig
NL: behoorlijk vervelendDE: reichlich lang
NL: nogal lang, erg langDE: reichlich gerechnet
NL: ruim gerekend