1. MWB
  2. Vertalen
  3. parat (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • parat > EN • parat > ES • parat > FR
Vertalingen parat DE>NL

parat

bijv.naamw.
Uitspraak:  [paˈraːt]

zur Benutzung verfügbar - paraat , gebruiksklaar
auf jede Frage eine Antwort parat haben - op elke vraag een antwoord klaar hebben
seinen Ausweis parat halten / legen - zijn paspoort gereed houden / leggen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
parat af ; afgedaan ; afgelopen ; bereidvaardig ; geëindigd ; gereed ; gewillig ; klaar ; over ; paraat ; uit ; voltooid ; voorbij
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `parat`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aus
DE: beendet
DE: bereit
DE: einsatzbereit
DE: erledigt
DE: fertig
DE: geneigt
DE: geschafft
DE: klar
DE: vollendet