Vertaal
Naar andere talen: • klar > ENklar > ESklar > FR
Vertalingen klar DE>NL

I klar

bijv.naamw.
Uitspraak:  [klaːɐ]

1) durchsichtig, nicht trüb - helder
Das Wasser war so klar, dass man bis auf den Grund sehen konnte. - Het water was zo helder dat je de bodem kon zien.

2) ohne Wolken / Nebel - helder

3) deutlich (erkennbar, unterscheidbar) - duidelijk
eine klare Aussprache haben - een duidelijke uitspraak hebben

4) eindeutig, verständlich - duidelijk
Ist alles klar? - Is alles duidelijk?
uitdrukking etw. ist / wird jemandem klar
uitdrukking sich über etw. klar / im Klaren sein
uitdrukking Na klar!

5) so, dass jemand gut denken kann, zu vernünftigen Entscheidungen fähig ist - helder
Nach fünf Gläsern Bier war er nicht mehr klar im Kopf. - Na vijf glazen bier was zijn hoofd niet meer helder.

6) bereit zum Einsatz - gereed
Das Flugzeug ist klar zum Start. - Het vliegtuig staat gereed om te vertrekken.


II klar

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: duidelijk
Habe ich mich klar ausgedrückt? - Heb ik me duidelijk uitgedrukt?
Ich konnte die Gestalt im Nebel nicht klar erkennen. - Ik kon het figuur in de nevel niet duidelijk herkennen.

2) deel van de uitdrukking: verstandig
Sie kann scheinbar nicht mehr klar denken. - Zij kan blijkbaar niet meer verstandig denken.


III die Klarheit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈklaːɐhait]
Verbuigingen:  Klarheit , Klarheiten

1) das Wissen, das man bekommt, wenn etw. geklärt wird - duidelijkheid
für Klarheit sorgen - voor duidelijkheid zorgen
Wir sollten uns über seine Pläne Klarheit verschaffen. - Wij zouden duidelijkheid over zijn plannen moeten krijgen.

2) deel van de uitdrukking: duidelijkheid
die Klarheit seiner Ausführungen - de duidelijkheid van zijn uitvoeringen

3) deel van de uitdrukking: duidelijkheid

4) deel van de uitdrukking: helderheid

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
klar overduidelijk ; herkenbaar ; klaar ; klare ; lichtgevend ; lumineus ; onbewolkt ; ondubbelzinnig ; onmiskenbaar ; op heterdaad ; over ; helder ; paraat ; recht door zee ; regelrecht ; uit ; verhelderend ; verstaanbaar ; voltooid ; voorbij ; zo klaar als een klontje ; zonneklaar ; gewillig ; aanschouwelijk ; af ; afgedaan ; afgelopen ; begrijpelijk ; bereidvaardig ; direct ; doorgrond ; doorzien ; duidelijk ; eenduidig ; flagrant ; geëindigd ; gekookt ; gereed ; doorschijnend ; rein ; helder ; efficiënt ; doorzichtig
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `klar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anschaulich
DE: auf frischer Tat
DE: aufgeklart
DE: augenfällig
DE: aus
DE: beendet
DE: bereit
DE: blank
DE: derb
DE: durchscheinend

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: klipp und klar NL: volkomen duidelijk
DE: sich im klaren sein über etwas NL: iets duidelijk inzien, niet twijfelen aan iets
DE: sich etwas klar machen NL: zich iets goed voorstellen
DE: klar wie dicke Tinte NL: helder als een klontje
DE: klar! NL: klaar! NL: natuurlijk!, dat spreekt vanzelf!