Vertaal
Naar andere talen: • praktizieren > ENpraktizieren > ESpraktizieren > FR
Vertalingen praktizieren DE>NL

praktizieren

werkw.
Uitspraak:  [praktiˈʦiːrən]

1) deel van de uitdrukking: praktiseren , in praktijk brengen
Umweltschutz / bestimmte Methoden praktizieren - milieubescherming / bepaalde methoden praktiseren

2) den Beruf des Arztes ausüben - praktiseren , in praktijk brengen
Mein Augenarzt praktiziert nicht mehr. - Mijn oogarts praktiseert niet meer.

3) nach den Regeln seines Glaubens leben und beten usw. religie - praktiseren
seinen Glauben praktizieren - zijn geloof praktiseren
praktizierender Christ sein - protestants praktiserend

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
praktizieren (ww.) aanwenden (ww.) ; benutten (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; gebruiken (ww.) ; toepassen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `praktizieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: benutzen
DE: gebrauchen
DE: hantieren
DE: tun
DE: verrichten
DE: verwenden