Vertaal
Naar andere talen: • poltern > ENpoltern > ESpoltern > FR
Vertalingen poltern DE>NL

poltern

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɔltɐn]

1) dumpfe Geräusche machen - lawaai maken
Der Kasten fiel polternd die Treppe hinunter. - De kasten vielen met veel lawaai van de trap.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking irgendwohin poltern

3) laut schimpfen - lawaai maken
„Raus hier!‟, polterte er. - "Eruit hier!", brulde ze.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
poltern (ww.) blaffen (ww.) ; brullen (ww.) ; bulderen (ww.) ; daveren (ww.) ; het uitgillen (ww.) ; klossen (ww.) ; lopen met geluid (ww.) ; roezemoezen (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; stommelen (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uitschreeuwen (ww.)
das Polternhet gestommel
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `poltern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufwinden
DE: bellen
DE: donnern
DE: fegen
DE: Gepolter
DE: grassieren
DE: hausen
DE: herausschreien
DE: herumwirtschaften
DE: heulen