Vertaal
Naar andere talen: • nervös > ENnervös > ESnervös > FR
Vertalingen nervös DE>NL

I nervös

bijv.naamw.
Uitspraak:  [nɛrˈvøːs]

1) in unruhiger, leicht reizbarer Gemütsverfassung - nerveus
Er warf mir nervöse Blicke zu. - Hij wierp mij een nerveuze blik toe.
Sie ist wegen ihrer Prüfung etwas nervös. - Zij is vanwege haar examen een beetje nerveus.

2) das Nervensystem betreffend medisch - nerveus


II nervös

bijwoord

deel van de uitdrukking: nerveus
Er spielte nervös mit seinem Kettenanhänger. - Hij speelde nerveus met zijn ketting.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
nervös nerveus ; onrustig ; zenuwachtig ; angstig ; luimig ; prikkelbaar
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `nervös`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: gespannt
DE: rastlos
DE: ruhelos
DE: ungeduldig
DE: unruhig
DE: unstet