Vertaal
Naar andere talen: • unruhig > ENunruhig > ESunruhig > FR
Vertalingen unruhig DE>NL

I unruhig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊnruːɪç]

1) deel van de uitdrukking: onrustig
Als er um acht immer noch nicht angerufen hatte, wurde ich unruhig. - Toen hij om acht uur nog niet had gebeld werd ik bezorgd.

2) voller Aktivität und daher Geräusche verursachend - onrustig
Warum seid ihr denn heute so unruhig? - Waarom zijn jullie vandaag toch zo onrustig?

3) geprägt von Störungen oder Unterbrechungen - onrustig

4) mit Wind und hohen Wellen - onrustig

5) anstrengend für die Augen, nicht entspannend - onrustig


II unruhig

bijwoord

deel van de uitdrukking: onrustig
Unruhig rutschte er auf dem Stuhl hin und her. - Onrustig schoof hij op de stoel op en neer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unruhig bewogen ; ongedurig ; onrustig ; roerig ; rusteloos ; turbulent ; veelbewogen ; woelig ; deinend
Bronnen: interglot; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `unruhig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beklommen
DE: bekümmert
DE: besorgt
DE: beunruhigt
DE: bewegt
DE: flatterhaft
DE: gespannt
DE: nervös
DE: rastlos
DE: ruhelos