Vertalingen Liebling DE>NL
der Liebling
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈliːplɪŋ] |
Verbuigingen: | -s , -e |
1) Anrede oder Bezeichnung für einen geliebten Menschen -
lieveling Hallo, mein kleiner Liebling! - Hallo mijn kleine lieveling! Sie kümmert sich aufopfernd um ihre tierischen Lieblinge. - Zij zet zich onbaatzuchtig in voor haar lievelingen, de dieren. |
2) von jemandem bevorzugte Person -
lieveling der Liebling der Nation / des Publikums - de lieveling van de natie / van het publiek Ein Lehrer sollte keine Lieblinge haben. - Een leraar zou geen lievelingen moeten hebben. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Liebling | de lieverd (m) ; de vriendin (v) ; het troetelkind ; het snoesje ; de snoes ; het snoepje ; het scheetje ; schatteboutjes (znw.) ; de schattebout (m) ; het schatje ; de schat (m) ; het poepje ; de minnares (v) ; het lievelingetje ; de lieveling (m) ; lieve (znw.) ; liefste (znw.) ; het liefje ; het hartje ; geliefde (znw.) ; het duifje ; beminde (znw.) |
Liebling | favoriet ; lievelings- ; geliefkoost |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Liebling`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AugapfelDE: FavoritDE: FreundDE: FreundinDE: geliebteDE: GeliebterDE: GünstlingDE: HerzchenDE: liebDE: Liebe