Vertalingen Freund DE>NL
Ia der Freund
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [frɔynt] |
Verbuigingen: | Freund/(e)s , Freunde |
Ib die Freundin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfrɔyndɪn] |
Verbuigingen: | Freundin , Freundinnen |
1) Person, die man mag und der man vertraut -
vriend eine gute Freundin von mir - een goede vriendin van mij ein paar Freunde einladen - een paar vrienden uitnodigen |
ein / kein Freund von etw. sein (=etw. mögen / nicht mögen) - ergens niet van houden
|
2) Person, mit der man eine sexuelle Beziehung hat, aber nicht verheiratet ist -
vriend einen festen Freund haben - een vaste vriend hebben Er lebt mit seiner Freundin zusammen. - Hij leeft samen met zijn vriendin. |
II der Freundeskreis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfrɔyndəskrais] |
Verbuigingen: | Freundeskreis(e)s , Freundeskreise |
alle Freunde, die man hat -
vriendenkring einen großen Freundeskreis haben - een grote vriendenkring hebben Ich werde mich mal in meinem Freundeskreis umhören. - Ik zal eens in mijn vriendenkring informeren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Freund | het makkertje ; het vriendje ; het vriendinnetje ; vriendin ; de vriend (m) ; de spitsbroeder (m) ; de minnares (v) ; de minnaar ; de manspersoon (m) ; de man (m) ; de compagnon (m) ; het maatje ; het lief ; de kornuit (m) ; de kerel (m) ; het hartje ; de gezellin (v) ; de gezel (m) ; geliefde (znw.) ; het gabbertje |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Freund`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BegleiterDE: GatteDE: geliebteDE: GeliebterDE: GenosseDE: GeselleDE: GesellinDE: GoldschatzDE: HerzchenDE: HortUitdrukkingen en gezegdes
DE: einem
freund sein
NL: iemand mogen, vriendelijk gezind zijn