1. MWB
  2. Vertalen
  3. Kram (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Kram > EN • Kram > ES • Kram > FR
Vertalingen Kram DE>NL

der Kram

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [kraːm]
Verbuigingen:  Kram(e)s

1) etw., das unerwünscht, lästig, wertlos oder unbrauchbar ist - rommel
Was soll ich mit dem ganzen Kram? - Wat moet ik met al die rommel?
eine Schublade für allen möglichen Kleinkram - een laatje voor allerlei rommel

2) Arbeit oder Angelegenheiten, für die man sich nicht interessiert - zaakje
Kümmere dich um deinen eigenen Kram! - Zorg jij maar voor je eigen handel!
uitdrukking jemandem nicht in den Kram passen
uitdrukking den ganzen Kram hinschmeißen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Kramde rotzooi ; het zootje ; de waar (m) ; veel gedoe (znw.) ; de troep (m) ; tierelantijntjes (znw.) ; de stof (m) ; spul ; het soepzootje ; smerig spul (znw.) ; het samenraapsel ; het allegaartje ; de rompslomp (m) ; de rommel (m) ; de prullaria ; de mikmak (m) ; de mengelmoes ; de kitsch (m) ; de junk (m) ; de goedje (m) ; clichékunst (znw.) ; de bocht (m)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `Kram`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Dichtung
DE: durcheinander
DE: Getue
DE: Horde
DE: Kitsch
DE: Krempel
DE: Krimskrams
DE: Mischmasch
DE: Plunder
DE: Rommel

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: das paßt ihm in seinen Kram NL: dat komt in zijn kraam te pas
DE: Kram machen NL: poespas maken