Vertaal
Naar andere talen: • klimpern > ENklimpern > ESklimpern > FR
Vertalingen klimpern DE>NL

klimpern

werkw.
Uitspraak:  [ˈklɪmpɐn]

1) beim Aneinanderschlagen ein helles, metallisches Geräusch verursachen - rinkelen
Er klimperte mit den Geldstücken in seiner Hosentasche. - Hij rinkelde met de geldstukken in zijn broekzak.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (auf etw.) klimpern

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking mit den Wimpern klimpern

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
klimpern (ww.) kletteren (ww.) ; rammelen (ww.)
klimpern pingelen ; rinkelen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `klimpern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bimmeln
DE: hacken
DE: hinken
DE: klappern
DE: klingeln
DE: klingen
DE: klirren
DE: rasseln
DE: rumpeln