Vertalingen kaputtmachen DE>NL
kaputtmachen (ww.) | afbreken (ww.) ; kapot maken (ww.) ; kapotmaken (ww.) ; knakken (ww.) ; moeren (ww.) ; mollen (ww.) ; ruineren (ww.) ; slopen (ww.) ; vernielen (ww.) ; vernietigen (ww.) ; verwoesten (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `kaputtmachen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbrechenDE: abtragenDE: abwrackenDE: aufbrechenDE: ausschaltenDE: brechenDE: demolierenDE: entweihenDE: erledigenDE: fertigmachen