Vertaal
Naar andere talen: • kühl > ENkühl > ESkühl > FR
Vertalingen kühl DE>NL

I kühl

bijv.naamw.
Uitspraak:  [kyːl]

1) ein wenig kalt - koel
Es wehte ein kühler Wind. - Er waait een frisse wind.
Mir ist kühl, ich muss etwas darüberziehen. - Ik heb het koud, ik moet er wat extra's aantrekken.

2) keine freundlichen Gefühle ausdrückend - koel

3) deel van de uitdrukking: gelaten
kühl und sachlich bleiben - koel en zakelijk blijven
einen kühlen Kopf bewahren - het hoofd koel houden


II kühl

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: koel
Vorräte kühl lagern - voorraad koel opslaan

2) deel van de uitdrukking: koel
jemanden kühl begrüßen - iemand koeltjes begroeten

3) deel van de uitdrukking: zakelijk
kühl kalkulieren, urteilen - zakelijk rekenen en oordelen


III die Kühle

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkyːlə]
Verbuigingen:  Kühle

1) deel van de uitdrukking: koelte
Die Kühle der Nacht war angenehm. - De koelte van de nacht was aangenaam.

2) deel van de uitdrukking: koelte

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kühl doodgemoedereerd ; doodkalm ; fris ; frisjes ; gemoedereerd ; guur ; kil ; koel ; luchtig ; mat ; niet uitbundig ; koel ; koud
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `kühl`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: appetitlich
DE: ausgeruht
DE: distanziert
DE: feuchtkalt
DE: frisch
DE: frostig
DE: kalt
DE: naßkalt
DE: reserviert
DE: unverwelkt