Vertalingen traurig DE>NL
I traurig
bijv.naamw.
1) Kummer, seelischen Schmerz fühlend -
treurig Warum bist du heute so traurig? - Waarom ben je vandaag zo treurig? jemanden mit traurigen Augen ansehen - iemand met droevige ogen aankijken |
2) traurig machend -
betreurenswaardig Es ist traurig, dass sie nicht mehr miteinander reden. - Het is betreurenswaardig dat zij niet meer met elkaar spreken. |
II traurig
bijwoord
deel van de uitdrukking: bedroefd Er sah sie traurig an. - Hij keek haar bedroefd aan. |
III die Traurigkeit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtraurɪçkait] |
Verbuigingen: | Traurigkeit |
deel van de uitdrukking: treurigheid Nach dem Unglück versank sie in eine tiefe Traurigkeit. - Na het ongeluk leed zij onder zwaar verdriet. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
traurig | bedroefd ; droef ; droevig ; pessimistisch ; rouwig ; terneergeslagen ; treurig ; verdrietig ; aangrijpend ; hopeloos ; intriest ; moedeloos ; neergeslagen ; triest ; wanhopig |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `traurig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bekümmertDE: betrübtDE: Ich bedauere es nicht!DE: melancholischDE: niedergeschlagenDE: pessimistischDE: schwermütigDE: tragischDE: trauerndDE: trübe