Vertalingen Insel DE>NL
die Insel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɪnzəl] |
Verbuigingen: | Insel , Inseln |
von Wasser umgebenes Land geografie -
eiland auf einer kleinen Insel Urlaub machen - op een klein eiland vakantie vieren Inselgruppe - eilandengroep |
reif für die Insel sein (=dringend Urlaub und Erholung brauchen) - dringen behoefte hebben aan vakantie
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Insel | het eiland |
Insel | eiland ; geisoleerd gebied ; verkeersdruppel ; verkeersgeleider |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Insel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ArchipelDE: AtollDE: HalbinselDE: InselgruppeDE: Koralleninsel