Vertalingen indiskret DE>NL
indiskret | onfatsoenlijk ; verkeerd ; spraakzaam ; praatziek ; praatgraag ; onwelgevoegelijk ; onvertogen ; onpassend ; onkies ; ongepast ; ongemanierd ; ongehoord ; babbelachtig ; onbescheiden ; onbeleefd ; onbehoorlijk ; mededeelzaam ; loslippig ; kletsgraag ; kletserig ; indiscreet ; flapuit ; babbelziek |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `indiskret`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: beispiellosDE: derbDE: dreistDE: falschDE: flegelhaftDE: frechDE: frivolDE: grobDE: plumpDE: respektlos