Vertalingen importieren DE>NL
I importieren
werkw.
| Uitspraak: | [ɪmpɔrˈtiːrən] |
Waren aus dem Ausland ins eigene Land bringen (und dort verkaufen) economie -
importeren II der Import
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɪmˈpɔrt] |
| Verbuigingen: | Import(e)s , Importe |
1) deel van de uitdrukking: import | den Import beschränken - import beperken |
2) deel van de uitdrukking: import | illegale Importe beschlagnahmen - illegale import in beslag nemen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| importieren (ww.) | afstemmen (ww.) ; importeren (ww.) ; instellen (ww.) ; invoeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `importieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: einbauenDE: einführenDE: eingebenDE: einsetzenDE: einspeisenDE: einstellenDE: eintippenDE: hineinsteckenDE: inaugurierenDE: initiieren