Vertalingen Huhn DE>NL
das Huhn
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [huːn] |
Verbuigingen: | Huhn(e)s , Hühner |
1) als Haustier gehaltener Vogel, der Eier legt -
kip Hühner halten - kippen houden Hühnerstall - kippenhok |
mit den Hühnern aufstehen / zu Bett gehen (=sehr früh aufstehen / zu Bett gehen) - met de kippen op / van stok gaan.
|
Da lachen ja die Hühner! (=das ist lächerlich) - dat is om te gillen
|
Ein blindes Huhn findet auch einmal ein Korn. (=) - Hoe een koe een haas vangt.
|
2) weibliches Tier dieses Vogels -
kip Das Huhn hat ein Ei gelegt. - De kip heeft een ei gelegd. |
3) Fleisch dieses Vogels culinair -
kip Ich esse gern Huhn. - Ik eet graag kip. Hühnerbrust - kippenborst |
4) deel van de uitdrukking: dummes / albernes Huhn (=abwertende Bezeichnung für Frauen, Mädchen) - domme gans
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Huhn | het hen ; het hoen ; het kieken ; de kip (v) |
Huhn | hoen ; tam hoen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Huhn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BackhuhnDE: BrathuhnDE: HenneDE: HühnerbrustfiletDE: HühnerfleischDE: HühnerschenkelDE: Kücken