Vertalingen hinwerfen DE>NL
hinwerfen
werkw.
1) deel van de uitdrukking: jemandem / einem Tier etw. hinwerfen (=etw. in die Richtung einer Person oder eines Tieres werfen) - ergens naar werpen
Sie warf dem Hund einen Knochen hin. - Zij wierp een bot naar de hond.
|
2) deel van de uitdrukking: sich / etw. hinwerfen (=sich / etw. auf den Boden o. Ä. werfen oder fallen lassen) - neerlaten vallen
Er warf die Zeitschrift, in der er geblättert hatte, gelangweilt wieder hin. - Hij gooide het tijdschrift waar hij in zat te bladeren verveeld weer neer.
|
3) aufgeben, nicht weiterführen -
opgeven © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hinwerfen (ww.) | naar beneden werpen (ww.) ; neerwerpen (ww.) ; omlaag werpen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hinwerfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abwerfenDE: hinunterwerfenDE: schleudernDE: schmetternUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine Bemerkung
hinwerfen
NL: zich een opmerking laten ontvallen